Oprichting
‘Stichting De Sleutel’
Vandaag, éénendertig maart tweeduizend vijftien, verschenen voor mij, mr. Seydlitz Kurzbach, notaris in Breda:
1. mevrouw [x]
2. de heer [x]
3. mevrouw [x]
De verschenen personen verklaarden bij deze akte een stichting op te richten en daarvoor de volgende statuten vast te stellen:
Naam en Zetel
Artikel 1
1. De stichting draagt de naam: Stichting De Sleutel.
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Breda.
Doel, Middelen en Vermogen
Artikel 2
1. De stichting heeft ten doel het bevorderen van de sociale cohesie in de wijk Haagse
Beemden in Breda.
2. De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
– de organisatie van multiculturele evenementen;
– de exploitatie van een kringloopwinkel;
– alle andere wettelijk toegestane middelen die bijdragen tot de verwezenlijking van het doel
van de stichting.
3. Het vermogen van de stichting zal kunnen worden gevormd door:
– opbrengsten uit door de stichting georganiseerde activiteiten;
– opbrengsten uit de exploitatie van de kringloopwinkel;
– subsidies en donaties;
– schenkingen, erfstellingen en legaten;
– alle andere wettig verkregen baten.
4. De stichting beoogt niet het maken van winst.
Bestuur: samenstelling en wijze van benoemen
Artikel 3
1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur zelf vast te stellen aantal van
tenminste drie bestuurders.
2. De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. In vacatures moet zo
spoedig mogelijk worden voorzien. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een
secretaris en een penningmeester. De functies van voorzitter en/of secretaris en/of
penningmeester kunnen door één persoon worden vervuld.
3. De bestuurders worden benoemd voor een periode van drie jaar. Zij treden af volgens een
door het bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster afgetreden bestuurder is
onmiddellijk. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster
van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
4. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden
5. Niet benoembaar tot bestuurslid van de stichting, zijn personen die in dienst zijn van- of
werkzaam zijn voor de stichting.
6. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden.
Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie
gemaakte kosten.
Bestuur: taak en bevoegdheden
Artikel 4
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging,
vervreemding en bezwaring van registergoederen.
3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de
stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk
maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een – ander verbindt.
4. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.
Bestuur: vergaderingen
Artikel 5
1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in Nederland op de plaats als bij de
oproeping is bepaald.
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het
bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt de vaststelling
van de balans en de staat van baten en lasten. Daarnaast wordt elk kwartaal een vergadering
gehouden.
3. Voorts worden vergaderingen gehouden, wanneer één van de bestuurders daartoe de
oproeping doet.
4. De oproeping tot een vergadering geschiedt tenminste zeven dagen tevoren, de dag van de
oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van een
oproepingsbrief (waaronder tevens wordt begrepen telefax en e-mail).
5. Een oproepingsbrief vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te
behandelen onderwerpen.
6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afwezig is voorzien de
aanwezige bestuurders in de leiding van de vergadering. Tot dat moment wordt de
vergadering geleid door de in leeftijd oudste aanwezige bestuurder.
7. De secretaris notuleert de vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist
aangewezen door degene die de vergadering leidt. De notulen worden vastgesteld en
getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en notulist hebben gefungeerd.
De notulen worden vervolgens bewaard door de secretaris.
8. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en
degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.
Bestuur: besluitvorming
Artikel 6
1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de in
functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Een bestuurder kan zich in een
vergadering door een andere bestuurder laten vertegenwoordigen nadat een schriftelijke,
ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven.
Een bestuurder kan daarbij slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde
optreden. Is in een vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders
aanwezig of vertegenwoordigd dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te
houden niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In deze
tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders
worden besloten omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda
waren geplaatst. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en
waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of
vertegenwoordigde bestuurders.
2. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn, kunnen geldige
besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met
algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het
oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
3. Het bestuur kan met algemene stemmen ook buiten vergadering besluiten nemen. Van een
aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede-
ondertekening door de voorzitter als notulen wordt bewaard.
4. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden bestuursbesluiten
genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
Bij staking van stemmen telt de stem van de voorzitter dubbel.
5. Alle stemmingen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij één of meer bestuurders
vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangen.
Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
6. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
7. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering.
Bestuur: defungeren
Artikel 7
Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen;
c. door zijn aftreden (al dan niet volgens het in artikel 3 bedoelde rooster van aftreden);
d. voor het geval het bestuur tenminste uit drie bestuurders bestaat: door ontslag hem
verleend door de gezamenlijke overige bestuurders;
e. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek.
Vertegenwoordiging
Artikel 8
1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter, tezamen met de
secretaris of de penningmeester.
3. Tegen een handelen in strijd met artikel 4 lid 2 en 3 kan tegen derden beroep worden
gedaan.
4. Het bestuur kan volmacht bieden aan één of meer bestuurders, alsook aan derden, om de
stichting binnen de grenzen van die volmacht te ve1tegenwoordigen.
Donateurs
Artikel 9
1. Donateurs zijn zij, die door het bestuur als donateur zijn toegelaten. Het bestuur is bevoegd
het donateurschap door schriftelijke opzegging te beëindigen.
2. Donateurs zijn verplicht jaarlijks aan de stichting een geldelijke bijdrage te verlenen,
waarvan de minimale omvang door het bestuur wordt vastgesteld.
3. Donateurs hebben uitsluitend het recht om – op uitnodiging van het bestuur – de
door het bestuur georganiseerde activiteiten bij te wonen.
Commissies
Artikel 10
Het bestuur kan commissies instellen teneinde zich gevraagd en ongevraagd te laten – adviseren, alsmede om bepaalde taken uit te voeren. De commissies bestaan uit een door het bestuur te bepalen aantal leden, die door het bestuur worden benoemd en kunnen worden ontslagen.
Boekjaar en jaarstukken
Artikel 11
1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende
de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze
werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende
boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit
te allen tijde de rechten en verplichtingen van de – stichting kunnen worden gekend.
3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans
en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te stellen en vast te
stellen.
4. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
5. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde
balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden
overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave
der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en
binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Reglement
Artikel 12
1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden
geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling behoeven.
2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
3. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen ofte beëindigen.
4. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement het bepaalde in artikel 13 lid 1
van toepassing.
Statutenwijziging
Artikel 13
1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot statutenwijziging moet met
algemene stemmen worden genomen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig
of vertegenwoordigd zijn.
2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Iedere
bestuurder afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te verlijden.
3. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde
statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister.
Ontbinding en vereffening
Artikel 14
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 13 lid 1 van
overeenkomstige toepassing.
3. Een eventueel batig saldo zal door het bestuur worden aangewend overeenkomstig een doel
zoveel mogelijk gelijkso01tig aan dat van de ontbonden stichting te bepalen door het
bestuur.
4. Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders, tenzij bij het besluit tot
ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting
gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de
vereffenaars aangewezen persoon.
6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk
Wetboek van toepassing.
Slotbepalingen
Artikel 15
1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen
overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt.
SLOTVERKLARINGEN
De verschenen personen verklaarden tenslotte:
dat voor de eerste maal tot enige bestuurders van de stichting worden benoemd:
– de hiervoor sub 1. genoemde mevrouw [x], als voorzitter;
– de hiervoor sub 2. genoemde heer [x], als secretaris;
– de hiervoor sub 3. genoemde mevrouw [x], als penningmeester;
dat – in tegenstelling tot het bepaalde in artikel 11 lid 1 van deze statuten – het eerste boekjaar loopt tot en met éénendertig december tweeduizend zestien.
Slot akte
De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend.
Deze akte is vandaag, 31 maart 2015, opgemaakt in Breda.
Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en toelichting daarop door mij, notaris, aan de verschenen personen hebben deze verklaard tijdig vóór het verlijden van de inhoud van deze akte te hebben kennis genomen, daarmee in te stemmen en op volledige voorlezing van deze akte geen prijs te stellen. Vervolgens is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing eerst door de verschenen personen en daarna door mij, notaris, ondertekend.